Cosmetica zonder dierenleed
Vegetarisch en veganistisch eten wint terrein, maar hoe zit het eigenlijk met de inhoud van je toilettas? Voor Elsevier STIJL onderzocht ik de kwestie ‘diervriendelijke cosmetica’.
Oorspronkelijk gepubliceerd in: Elsevier STIJL, november 2018 (zie pdf hieronder)
Wie de etiketten van cosmeticaproducten wel eens heeft bestudeerd, weet dat je daarvan niet veel wijzer wordt. Veelbelovende claims, ingewikkelde ingrediëntenlijsten en tal van keurmerken maken het er niet overzichtelijker op. Hoe weet je of een product diervriendelijk is gemaakt?
Een veelgehoord antwoord in de parfumerie is dat in Europa alles dierproefvrij is. Dat is niet helemaal waar. Sinds 2013 is het inderdaad verboden om cosmetica of ingrediënten die buiten Europa op dieren zijn getest, hier op de markt te brengen (in Europa was een verbod op dierentests voor cosmetica al van kracht). Maar dit geldt alleen voor producten en ingrediënten die uitsluitend in cosmetica worden gebruikt. Voor ingrediënten van bijvoorbeeld schoonmaakmiddelen mogen dierproeven wel, al kunnen die stoffen ook in cosmetica voorkomen.
Dan is er nog REACH (Registration, Evalua- tion, Authorisation and Restriction of Chemicals), een Europese verordening uit 2007 om mens en milieu tegen potentieel schadelijke stoffen in alledaagse producten te beschermen. Volgens REACH, die boven de Europese wet tegen dierproeven uit 2013 staat, moeten zo’n 30.000 ingrediënten uit bijvoorbeeld cosmetica op veiligheid worden beoordeeld – indien nodig met behulp van dierproeven. Als oude testresultaten onvoldoende veiligheid bieden, kan REACH grondstofleveranciers verplichten dierproeven te doen om de gegevens aan te vullen. Dit mag alleen als ‘laatste redmiddel’, dus als er geen alternatieve test- of rekenmethoden zijn. Voor welke ingrediënten dit geldt, is niet bekend. Bovendien wordt buiten Europa nog steeds veelvuldig op dieren getest. Jaarlijks gaat het wereldwijd om zo’n half miljoen muizen, ratten, konijnen, cavia’s en andere dieren. Ze worden gedwongen ingrediënten te inhaleren of te eten, of de stof wordt op hun huid of in hun ogen aangebracht om te zien of er een allergische reactie of irritatie optreedt.
In China wordt zelfs alle geïmporteerde cosmetica verplicht aan dierentests onderworpen voordat de producten mogen worden verkocht. Bovendien behouden de Chinese autoriteiten zich het recht voor om elk product dat al in de handel is alsnog op dieren te testen. Verkoopt een merk zowel in China als in Europa, dan schrijft de wet uit 2013 voor dat zijn product eerst, met behulp van alternatieve tests veilig moet worden bevonden voordat het in Europa op de markt mag worden gebracht. Strikt genomen wordt er voor dit product in Europa dus inderdaad niet op dieren getest, maar wel in China. De koper draagt dus toch bij aan dierproeven, in China. Merken die actief zijn op de Chinese markt – doorgaans grote, internationale merken als L’Oréal, Dove, Pantene, Herbal Essences en Schwarzkopf – kunnen dus niet volledig dierproefvrij zijn.
Luxemerken
Het wordt pas echt ingewikkeld wanneer een merk zelf dierproefvrij is, maar deel uitmaakt van een groter bedrijf dat dat niet is. De collectie van Stella McCartney bijvoorbeeld is vrij van dierenleed. De Britse ontwerpster loopt voorop als het gaat om diervriendelijke en duurzame mode. Haar merk was een van de eerste grote luxemerken dat veganistisch leer gebruikte en McCartney sprak zich fel uit tegen de bontindustrie. Maar haar parfumlijn valt onder Procter & Gamble, dat op dieren test om in China te kunnen verkopen. Hetzelfde geldt voor The Body Shop, een Brits cosmeticamerk dat van oudsher bekendstaat om zijn natuurlijke, diervriendelijke producten, maar elf jaar onderdeel was van L’Oréal. Sinds vorig jaar is de keten ondergebracht bij het dierproefvrije Natura Brasil.
Een merk dat wel geheel dierenleedvrij is, is het Britse Lush, bekend om zijn ‘naakte’ producten: shampoo, bodylotion en dergelijke in blokvorm – net als het ouderwetse stuk zeep – zonder verpakking. Ook minder afval dus. Het bedrijf was in de jaren negentig actief in de antidierproevenlobby. Hilary Jones (56), ethisch directeur: ‘Wij beoordelen onze leveranciers in hun geheel, zodat we klanten kunnen garanderen dat geen van onze partners op dieren test, dat in de toekomst wil gaan doen, of met bedrijven samenwerkt die op dieren testen.’ Zo moeten leveranciers jaarlijks een verklaring tekenen waarin deze afspraken worden bevestigd. Lush laat vervolgens externe organisaties steekproeven doen. Daarnaast investeert het bedrijf in de ontwikkeling van alternatieve tests, zoals in vitro-tests (op gekweekte weefsels en celpreparaten). Jaarlijks reiken ze een prijs uit van 350.000 pond (bijna 400.000 euro) aan uitvinders van diervriendelijke testmethoden.
Waarom worden er überhaupt nog dierproeven gedaan? Er zijn blijkbaar alternatieven en veel ingrediënten zijn in het verleden al getest. ‘Nog niet alles kan worden onderzocht met behulp van dierproefvrije methoden. Het is voor de Europese cosmetica-industrie zeer lastig om nieuwe ingrediënten te gebruiken omdat hiervan geen oude gegevens bestaan,’ zegt Lonneke Jongmans (35) van brancheorganisatie Nederlandse Cosmetica Vereniging (NCV). Ook cosmeticaproducenten gebruiken dat argument geregeld. En het is ‘onzin,’ zegt Jones. ‘Er is een hele wereld vol natuurlijke en synthetische ingrediënten waarvan we weten dat ze veilig zijn. Bij Lush hebben we patenten op tal van producten en doen we elk jaar nieuwe uitvindingen – zonder nieuwe ingrediënten.’
Maar het gaat bij de testprocedures niet alleen om het beleid. ‘Dierproefvrij’ is niet per definitie ‘diervriendelijk’. In veel lippenstiften bijvoorbeeld zit karmijn, een rode kleurstof die wordt gemaakt van geplette kevers. Net als bij voedsel is het ook bij de inhoud van het badkamerkastje mogelijk om te kiezen voor vegetarisch of veganistisch. Vegetarische producten bevatten wel dierlijke bijproducten, maar geen ingrediënten waarvoor een dier is gedood. Er kunnen dus bijvoorbeeld wel lanoline (schapenvet), honing, yoghurt en eieren in voorkomen, maar geen collageen (een eiwit, meestal gewonnen uit dode vissen, dat veel wordt gebruikt in crèmes), talg (beter bekend als dierlijk vet, veelvuldig gebruikt in lippenstift en crèmes) en squalaan (een verzachtende substantie gebruikt in anti-rimpelcrèmes, die wordt gewonnen uit haaienlever – hoewel er ook plantaardige versies zijn). Veganistische middelen zijn helemaal vrij van elk dierlijk product. Het assortiment van Lush is bijvoorbeeld voor 70 procent veganistisch, maar hun verse gezichts- maskers bevatten vaak wel eieren, of honing van biologische teelt.
Kortom, er zijn behoorlijk wat haken en ogen. Waar kunt u op letten? Marieke Eyskoot (41), schrijver van het boek Dit is een goede gids, over een duurzame levensstijl: ‘Laat je niet om de tuin leiden door ongereguleerde termen op de verpakking als “natuurlijk” of “groen”, maar kijk of het product een diervriendelijk of veganistisch keurmerk heeft.’ Kijk naar het hele plaatje, is haar devies. ‘Iets kan dierproefvrij zijn, maar daarmee is het nog niet biologisch of duurzaam.’ En dat er geen keurmerk is, zegt ook niet alles. ‘Een certificaat aanvragen kost tijd en geld. Bedrijven kunnen er om allerlei redenen voor kiezen dat niet te doen. Blijf dus zelf opletten en nadenken.’ Check ook de site van het merk: hoe staat het tegenover dierproeven? En verkoopt het ook in China? Dan weet u genoeg. Een officiële Nederlandse lijst met diervriendelijke cosmetica is er vooralsnog niet. Brancheorganisatie NCV geeft op haar website aan die niet te hebben, omdat elk ingrediënt ooit op dieren is getest, en dus geen enkel product volledig dierproefvrij kan worden genoemd. Een lijst zou dan misleidend zijn.
De Nederlandse Sophie Carleen (34), die blogt over een duurzame levensstijl, is het daar niet mee eens. Zij houdt wel zo’n lijst bij op haar website naoki.nl. Sinds 2011 doet zij onderzoek naar diervriendelijke verzorgingsproducten (Zijn ze dierproefvrij? Vegetarisch? Veganistisch?) en ze controleert jaarlijks uitgebreid of haar lijst nog klopt. ‘Veel bedrijven testen nog steeds op dieren, maar er zijn ook merken die daarmee zijn gestopt of het zelfs nooit hebben gedaan. Zonder lijst worden die allemaal op één hoop gegooid. Ik geef mijn geld alleen uit aan merken waar ik achter sta.’