Dimore Milano: eigentijdse nostalgie
Het Italiaans-Amerikaanse duo Dimore richt al vijftien jaar hotels, winkels en woonhuizen in, overal ter wereld. In Milaan tonen de ontwerpers hun werk op drie verschillende locaties, met een duinlandschap in hun eigen galerie als hoogtepunt.
Origineel gepubliceerd in: Elsevier, 11 mei 2019 (zie pdf hieronder)
Er staat een lange rij in het trappenhuis van Via Solferino 11 in Brera, Milaan, die al op de binnenplaats begint. De Salone del Mobile, de jaarlijkse designbeurs, is in volle gang en deze designwijk is het bruisende epicentrum. Designers en merken presenteren in deze week hun nieuwste werk aan het publiek, dat niet alleen uit architecten, ontwerpers en journalisten bestaat, maar ook uit niet-professionele belangstellenden – de activiteiten in het stadscentrum zijn namelijk vrij toegankelijk. De rij voert bezoekers naar de galerie van ontwerpersduo Dimore.
Het Amerikaans-Italiaanse duo, bestaande uit Britt Moran (46) en Emiliano Salci (47), maakt al sinds 2003 furore met een opvallende combinatie van historisch en eigentijds. Als geen ander weten ze op het eerste gezicht tegenstrijdige invloeden met elkaar te harmoniseren: een achttiende-eeuwse Franse sofa naast een Vitrakuipstoel en een Castiglioni-lamp tegen een achtergrond van zeventiende-eeuws stucwerk. “Mensen reageren vaak ietwat verward op ons werk: is het antiek of nieuw?” zegt Moran daarover later op de dag in gesprek met Elsevier Weekblad. “Het is logisch dat ze niet weten waar ze het moeten plaatsen, want veel komt voort uit onze verbeelding. We maken een vertaalslag naar waar een periode volgens ons voor staat, zonder per se trouw te zijn aan de geschiedenis.”
Het designduo doet interieurprojecten over de hele wereld, heeft een meubel- en stoffenlijn en een eigen galerie in een Milanees palazzo, waar door hen geselecteerde stukken van andere ontwerpers worden verkocht, naast hun eigen werk.
Speciaal voor de Salone is plaatsgemaakt voor een nieuwe expositie met werk van Gabriella Crespi. Deze Italiaanse kunstenares-ontwerpster, die in 2017 overleed, verwierf in de jaren zeventig en tachtig sterrenstatus met haar objecten die het midden houden tussen kunst en meubilair. “We zijn fanatieke verzamelaars. De galerie is eigenlijk gewoon een manier om iets te doen met al die prachtige objecten,” aldus Moran.
De rij heeft zich inmiddels naar boven verplaatst. Wie eenmaal binnen is, wordt niet teleurgesteld: de museumachtige expositie doet de bezoeker even vergeten dat hij zich in een Milanees appartement bevindt. Binnen is het schemerdonker, langs de muren zijn spiegelende panelen neergezet. Op het zachte, fuchsiakleurige tapijt zijn duinen van echt zand gecreëerd. Daartussen de ontwerpen van de legendarische ontwerpster: lamp Fungo in koper en plexiglas en koffietafel Scultura in brons en donkerbruin lak. De andere ruimtes zijn ingericht als eet- en slaapkamer, met objecten uit de archieven van zowel Gabriella Crespi als DimoreGallery zelf.
Wie niet beter weet, zou denken dat de collectie die zo’n twee kilometer verderop wordt gepresenteerd, in een kaalgestript pand dat ooit een filmtheater was, van heel andere makelij is. Harde rockmuziek en stroboscooplampen komen bezoekers al van buiten tegemoet. Zijden gordijnen verdelen de ruimte in verschillende kamers waarin strakke meubelstukken met glimmende oppervlakten te zien zijn. In werkelijkheid is dit de nieuwste toevoeging aan het portfolio van Moran en Salci: hun nieuwe label Dimore Milano. En alsof dat nog niet genoeg is, wordt aan de andere kant van het centrum, in een vijftiende-eeuws stadspaleis, hun nieuwe collectie designobjecten voor Dior Maison gepresenteerd. “Ja, dit jaar doen we veel verschillende dingen door elkaar, maar er is een rode draad,” legt Moran uit op het terras in de binnentuin. “Het zijn alle drie interpretaties op de jaren zeventig, een terugkerend thema dat ons erg inspireert. Onze eigen collectie is iets minimalistischer dan wat je van ons gewend bent. We proberen terug naar de essentie te gaan en gebruiken veel strakke lijnen, koper, glas en brons.”
Emiliano stelt zich voor, maar verdwijnt dan naar de achtergrond – de taakverdeling wordt al snel duidelijk. “We hebben een haarscherpe divisie van wie wat doet,” vertelt Moran. “Emiliano is het creatieve brein, ik focus me op het zakelijke gedeelte. Zo compenseren we elkaar. Als je dat niet hebt, wordt het snel een rommeltje.” Moran groeide op in North-Carolina, waar zijn vader een kleine meubelbusiness had. Hij kwam als student naar Italië. Ook de familie van Salci, die in Toscane werd geboren, had een meubelbedrijf. Het duo woont al sinds hun twintigerjaren samen, maar wel in aparte kamers: er is geen sprake van een romantische relatie.
Samen reizen ze heel de wereld over voor hun interieurprojecten: van een exclusieve suite voor modehuis Fendi in Rome, tot een hotel in Guadalajara, Mexico en van een zestiende-eeuws châteaux voor een wijnmaker in Cognac tot winkelconcepten voor Aesop in Londen en Sonia Rykiel in Monte Carlo. Het leukste en tegelijkertijd meest uitdagende vinden ze de residentiele projecten. Zo richtten ze het iconische, Parijse huis van Tristan Tzara in, dichter en oprichter van kunstenaarsbeweging Dada. “Dit soort projecten zijn altijd het meest spannend, omdat je een ruimte moet creëren waarin iemand zich op zijn gemak voelt.” Ook de Salone brengt jaarlijks de nodige stress met zich mee, geeft Moran toe: de rij van een uur om hun nieuwste installatie te bezoeken laat zien hoe hoog de verwachtingen zijn. “Maar dat geeft ons ook een enorme boost, de motivatie om door te gaan. Zonder die druk zouden we waarschijnlijk niet kunnen doen wat we doen.”
Op de vraag of ze wel eens behoefte hebben om tijd apart van elkaar en weg van hun werk door te brengen, moet Moran lachen. “Absolutely. Maar uiteindelijk gebeurt dat niet zo vaak… we wonen samen, werken samen, gaan samen op vakantie.” Er zijn wel regels: “Thuis en op vakantie praten we niet over werk. Althans, niet over de waan van de dag. De brainstorms, de inspiratie – het leukste gedeelte van ons werk – die komen juist naar boven als we niet op kantoor zijn.”